Interview met Boudewijn Röell

//Interview met Boudewijn Röell
Interview met Boudewijn Röell

“Lang” reageert Boudewijn lachend als hij gevraagd wordt hoe de Head of the River Amstel was. De Head was de eerste wedstrijd die die Holland Acht dit seizoen heeft geroeid. De beruchte wedstrijd van 8 kilometer werd met 30 seconden verschil van de nummer twee (Skøll) gewonnen door de Holland Acht.  “De eerste kilometer zijn we 10 seconden ingelopen op Skøll, de resterende zeven kilometer maar 20 seconden. Bij voorkeur waren we er wel sneller overheen gegaan en was het gat groter geweest. Al kan het gat met de nummer 2 natuurlijk nooit groot genoeg zijn.” Volgens Boudewijn was het roeien wat laks en had het er voller op gekund, maar ging het zeker niet slecht. “Het was een leerzame oefenpot”, aldus Boudewijn.
De komende tijd gaat de Holland Acht trainen, heel veel trainen. Kilometers maken voor de eerstvolgende wedstrijd, het EK in Luzern (Zwitserland). Momenteel traint Boudewijn standaard 2x per dag, en sommige dagen zelfs 3x. De Holland Acht zit nu zelfs in een blok van 20 aaneengesloten trainingsdagen zonder rust. De bootopstelling staat nog niet vast, waardoor er af en toe nog wordt geschoven met posities binnen de boot. “Vooralsnog blijf ik wel op 2 zitten”, aldus Boudewijn. Samen met Björn van de Ende (Skøll), Bram Schwarz (Nereus), Jasper Tissen (Skadi), Robert Lücken (Nereus), Mechiel Versluis (Okeanos), Ruben Knab (Nereus) en Vincent van der Want (Nereus) zijn alle pijlen gericht op het EK, de eerste echte test. Op het EK, dat van 31 mei tot 2 juni wordt gehouden, moet de top drie gehaald worden.
Daarnaast hebben wij Boudewijn een aantal vragen voorgelegd die zijn ingestuurd door volgers van Asopos Row Tokio.

Heb je ooit gedacht om op dit niveau te komen?
Dat denk je natuurlijk nooit van tevoren. Ik wist wel meteen dat ik het echt leuk vond. Ik wilde hard trainen en wilde echt mijn best doen. Ik wist ook wel dat ik sterk was en heb er altijd hard voor getraind. Toen is het eigenlijk soort van zo gekomen. Na de Olympische spelen van Londen in 2012 waren een hoop mensen gestopt en was er ruimte voor nieuwe mensen. Toen viel ik snel op omdat ik jong en sterk was. En nu ben ik hier.

Hoe heeft Asopos je geholpen in je roeicarrière?
Op Asopos heb ik natuurlijk veel goede vriendenschappen opgebouwd. Dat is altijd leuk want die begrijpen waar je met het sporten mee bezig bent en zijn er altijd om je te steunen. Daarnaast heb ik ook heel veel gehad aan de coaching van met name Dion (van Schie) en Rolf (Denissen). Dat zijn dingen die mij altijd zijn bijgebleven.

Hoe ziet een typische dag voor jou eruit?
Toen ik coschappen liep moest ik elke dag om 06:30 opstaan, ging ik 07:00 de deur uit, en had ik van 08:00 tot 17:00 coschappen. Daarna had ik altijd vanaf 18:00 tot een uurtje of 20:00 training, waarna ik boodschappen deed, kookte en at. Soms probeerde ik nog ‘s avonds met vrienden af te spreken om rustig een film te kijken o.i.d. Dit was 5 keer per week, en in het weekend trainde ik dan ook nog 3 of 4 keer. Als ik een dag vrij had ruste ik eigenlijk alleen maar thuis uit.
Tegenwoordig loop ik geen coschappen meer en train ik echt veel meer. Mijn focus ligt nu volledig op roeien. Ik train standaard 2 keer per dag, en sommige dagen zelfs 3 keer als we krachttrainen. We doen meestal 2/3 keer krachttraining per week. Voor de rest hebben we af en toe een ergotraining, maar we proberen zoveel mogelijk in de boot te trainen. Komende zondag heb ik vrij na een aaneengesloten blok van 20 dagen trainen.

Hoe ga je om met tegenslagen in je roeicarrière?
Van tegenslagen moet je leren en vervolgens doorgaan. Als je valt leer je namelijk opstaan. Ik denk dat het belangrijk is dat je af en toe het randje opzoekt. Soms ga je er dan overheen en dan gaat het mis. Daar leer je dan van. Als je dat nooit hebt gedaan, heb je ook nooit het maximale eruit gehaald. Als je iets echt wil dan laat je je niet tegenhouden door tegenslagen.

Weet je al of je ook na Tokio nog door wil gaan tot Parijs in 2024?
De kans is vrij klein dat ik na Tokio nog door ga. Je moet natuurlijk nooit nooit zeggen, maar de kans is wel klein. Op een gegeven moment moet je denken aan je maatschappelijke carrière. Ik moet nog 4 maanden coschappen lopen om mijn studie geneeskunde af te maken. Dat ga ik pas na Tokio doen omdat het daarvoor echt niet meer lukt. Als ik dat had gedaan dan was ik nooit geselecteerd voor de Holland Acht. Na mijn coschappen moet ik nog werkervaring opdoen voordat ik kan specialiseren. Op een gegeven moment moet je helaas door.

Wat zie je jezelf doen na je roei carrière?
Zoals gezegd moet ik dus eerst nog 4 maanden coschappen lopen. Van alle verschillende afdelingen waar ik heb gelopen vond ik chirurgie, huisartsgeneeskunde en psychiatrie het leukst. Mijn interesses liggen zoals je ziet nogal ver uit elkaar. Ik begin in ieder geval na Tokio in september 2020 in het Alrijne ziekenhuis op de afdeling chirurgie. Daarna zien we wel waar ik eindig.

Foto: Asopos Pixcie // Thomas Disseldorp

2019-04-05T14:42:36+00:00vrijdag 5 april, 2019|